1 Prijs de Here, want Hij is een goede God.Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.
2 Laat eerst het volk van Israël zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’
3 Laat dan het nageslacht van Aäron zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’
4 En laat nu ieder die ontzag heeft voor de Here, zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’
5 Toen ik het heel erg moeilijk had,heb ik de Here aangeroepen.Hij heeft mij antwoord gegeven en mij bevrijd.Ik kon het allemaal weer aan.
6 De Here is dicht bij mij,ik ben nergens meer bang voor.Want wat kan een mens mij nu nog aandoen?