3 Laat dan het nageslacht van Aäron zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’
4 En laat nu ieder die ontzag heeft voor de Here, zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’
5 Toen ik het heel erg moeilijk had,heb ik de Here aangeroepen.Hij heeft mij antwoord gegeven en mij bevrijd.Ik kon het allemaal weer aan.
6 De Here is dicht bij mij,ik ben nergens meer bang voor.Want wat kan een mens mij nu nog aandoen?
7 De Here is dicht bij mij en mijn vrienden,daarom kan ik neerzien op mijn tegenstanders.
8 Het is het beste te leven onder de bescherming van de Here,dat biedt meer zekerheiddan wanneer men op mensen vertrouwt.
9 Het is het beste te leven onder de bescherming van de Here,dat biedt meer zekerheiddan wanneer men het verwacht van machthebbers.