110 Ongelovigen proberen mij te vangen,maar ik blijf bij wat U hebt gezegd.
111 Alles wat U hebt gezegd,heb ik als een blijvend erfdeel gekregen.Ik ben er heel erg blij mee.
112 Ik verlang ernaar altijd te doenwat U hebt gezegd, mijn leven lang.
113 Ik heb een hekel aan aarzelende mensen,maar houd zielsveel van uw wet.
114 Bij U kan ik schuilen en U beschermt mij.Ik verwacht het van uw beloften.
115 Kom mij niet te na, misdadigers,want ik wil mij houden aan het gebod van mijn God.
116 U hebt beloofd mij te zullen ondersteunen.Doet U dat nu ook, zodat ik blijf leven. Stel mij niet teleur.