135 Ik ben uw dienaar, laat uw licht over mij schijnenen leer mij alles wat ik van U moet weten.
136 Mijn tranen vloeien als rivieren en mijn verdriet is groot,omdat mijn volk niet leeft volgens uw wet.
137 Here, U bent rechtvaardigen uw leefregels zijn betrouwbaar.
138 Toen U ons uw geboden gaf,was dat in oprechtheiden het getuigde van uw grote trouw.
139 Ik word beheerst door het verlangen U te dienen,temeer omdat mijn vijanden U in de steek laten.
140 Uw woorden zijn volkomen zuiver.Ik, uw dienaar, heb ze van harte lief.
141 Ik ben maar gering en niemand acht mij hoog,maar ik denk voortdurend aan uw geboden.