5 eer ik voor de Here een plaats heb gevonden,waar Hij kan wonen.Een woonplaats voor de machtige God van Jakob.’
6 Weet u,wij hoorden in Efrata alover zijn woning sprekenen vonden haar in de velden van Jaär.
7 Laten wij zijn huis binnengaanen ons diep voor Hem buigen.
8 Here, sta op en ga naar uw rustplaats,U en de ark die spreekt van uw kracht.
9 Laten uw priesters zich kleden in rechtvaardigheiden uw volgelingen jubelen over uw grootheid.
10 Keer U niet af van uw uitverkorene,ter wille van uw dienaar David.
11 De Here heeft David een kostbare belofte gedaandie Hij nooit zal verbreken.Hij zei: een van uw eigen nakomelingenzal Ik koning maken.