6 Al vallen zij in de handen van hun rechters,dan nog zullen zij mij alleen maar goede dingen horen zeggen.
7 Zoals een rots zich splijt en de aarde openscheurt,zo liggen onze beenderen verspreidvoor de ingang van het dodenrijk.
8 Ik kijk alleen maar uit naar U, Here, mijn God.Ik weet dat U mij beschermt, lever mij niet aan hen uit.
9 Bescherm mij voor de strikken die zij hebben gezet,voor de valkuilen die misdadigers voor mij hebben gegraven.
10 Ik hoop dat de ongelovigen zelf in die kuilen terechtkomen,allemaal, terwijl ik eraan voorbij ga.