4 Dag en nacht voelde ikhoe U tot mijn geweten sprak.Ik schrompelde in elkaar als bij grote hitte.
5 Toen heb ik U al mijn zonden beledenen niets voor U verborgen gehouden.Ik zei: ‘Ik zal de Here alles opbiechten’en toen hebt U mijn schuld vergeven.
6 Laat iedere gelovige veel tot U bidden,nu U Zich nog laat vinden.Zelfs al komt grote ellende op hem af,dan nog zult U hem beschermen.
7 U verbergt mij.U spaart mij voor moeilijke omstandigheden.U vult mijn hart met lofliederen over mijn bevrijding.
8 ‘Ik, de Here, laat u zienwelke weg u moet gaan.Ik geef u raaden houd mijn oog op u gericht.
9 Gedraag u dus niet als een paard of een muildier,dat met bit en teugels in bedwang moet worden gehouden.Dat wil Ik niet.’
10 Iemand die zonder God leeft,krijgt veel zorgen en moeite te verduren.Maar wie op de Here vertrouwt,wordt door zijn liefde en goedheid omringd.