16 Mijn leven zal echter door God worden bevrijduit de macht van het dodenrijk,want Hij zal mij bij Zich opnemen.
17 Maak u niet druk als iemand rijk wordten zijn bezittingen alleen maar toenemen.
18 Wanneer hij sterftkan hij niets meenemenen zijn bezit kan hem niet volgen.
19 Al voelt hij zich tijdens zijn levende gelukkigste man van de wereld,al prijst men uomdat u geniet van al het goede,
20 toch zal hij sterven zoals zijn voorouders,die het licht nooit meer zullen zien.
21 De mensdie ondanks al zijn rijkdomgeen inzicht heeft,is net als de dierendie tot stof vergaan.