8 Het is onmogelijkom een ander vrij te kopen met geld,om God een losgeld voor hem te betalen.
9 De prijs voor een mensenlevenis immers altijd te hoog.
10 Het is onmogelijkdat iemand altijd blijft levenen nooit zou sterven.
11 Steeds weer zien wijdat wijze mensen stervenen ook dat onredelijke en domme mensenallemaal sterven.Zij moeten hun aardse bezittingenaan anderen nalaten.
12 Het ‘grootste’ wat zij tot stand brengen,is dat hun huizen jarenlang blijven staanen dat hun nageslacht daarin zal wonen.Of zij noemen hun land naar zichzelf.
13 Maar hoeveel een mens ook bezit,hij zal toch eenmaal sterven,net als de dieren vergaat hijen er blijft niets over.
14 Zo gaat het met degenendie op zichzelf vertrouwen.Zo is het einde van hendie zichzelf zo graag horen praten.