8 Ik zelf mag dankzij uw genade en liefdeuw tempel binnengaan.Met diep ontzag zal ik U eren.
9 Here, wilt U mij leiden?Anders zullen mijn vijanden over mij zegevieren.Wilt U mij duidelijk maken wat ik moet doenen welke weg ik moet inslaan?
10 Mijn tegenstanders zullen elke kans aangrijpenom mij in een kwaad daglicht te stellen.Wat uit hun mond komt,stinkt naar zonde en dood,zij gebruiken hun tong voor leugen en bedrog.Hun lippen spuwen dodelijk vergif.
11 O God, spreek het ‘schuldig’ over hen uit!Vang hen met hun eigen valstrikken,verdrijf hen om de overvloed van hun overtredingen,want zij komen in opstand tegen U.
12 Maar ieder die zijn vertrouwen op U stelt,zal zich verheugen.Zij zullen tot in eeuwigheid van vreugde juichen,omdat U hen beschermt.Dan zal ieder die U liefheeft,overlopen van blijdschap.
13 Want U, Here, zegent uw volgelingen.U beschermt hen met uw schild van liefde.