3 Geef mij genade, o God,hoewel ik dat niet heb verdiend.Laat toch blijken hoe grootuw liefde en goedheid is.Wilt U door uw vergevende mildheidmijn zonden wegdoen?
4 Reinig mij toch van deze zonde,die een smet op mij werpt.
5 Ik weet dat ik heb gezondigd,steeds opnieuw gaan mijn gedachtenterug naar deze daad,waarmee ik van uw pad afweek.
6 Mijn God, ik heb tegen U gezondigden uw gebod overtreden.Uw uitspraken zijn altijd rechtvaardig,uw oordelen zijn altijd zuiver.
7 Ik weet dat ik vanaf mijn geboorteal een zondaar ben, ja zelfsvanaf het moment van mijn bevruchting.
8 En U wilt dat uw waarheidwordt nagevolgd, tot diep in mijn hart.U geeft mij uw wijsheid, tot diep in mijn hart.
9 Wilt U met hysopde zonde van mij afwassen,dan zal ik helemaal schoon zijn.Als U mij wast, ben ik witter dan sneeuw.