1 Een leerzaam gedicht van David voor de koordirigent.
2 Hij maakte dit nadat de Edomiet Doëg hem aan Saul had verraden met de woorden: ‘David is in het huis van Achimélech.’
3 Och geweldenaar, waarom denkt udat het kwade u wel zal helpen?De liefde en goedheid van God houden nooit open gelden dag en nacht.
4 U bedenkt allerlei kwaad,uw tong is zo scherp als een scheermes.U bent een bedrieger!