2 O mijn God, bevrijd mij toch van mijn vijanden.Bescherm mij tegen hen die mij naar het leven staan.
3 Red mij uit de handen van deze zondaarsen bewaar mij voor deze mannen die mijn bloed willen zien.
4 Kijk maar, zij staan mij naar het leven,zij sturen de sterksten eropuit om mij te vermoorden.Ik heb toch niet tegen U gezondigd, Here?
5 Zonder dat er aanleiding toe is,komen zij op mij af.Word toch wakker, kijk dan en kom mij te hulp.
6 Here, U bent de God van de hemelse legers,de God van mijn volk Israël.Kom en straf alle ongelovigen.Schenk uw genade niet aan verraderlijke zondaars.
7 Elke avond komen zij terugen lopen als huilende honden door de stad.
8 Zij bespotten U en mij,hun woorden zijn een aanval op wat heilig is.Zij denken dat niemand dat hoort.