6 Zij wagen het kwade dingen te doenen spreken er zelfs over valstrikken te zetten.Zij denken dat niemand hen ziet.
7 Zij zijn op slechte dingen uit en zeggen:‘Nu is het zover, het plan is goed doordacht.’Ja, het hart van de mens is ondoorgrondelijk.
8 Maar God kan hen onverwacht treffen.Als Hij een pijl afschiet,is het altijd raak, zij zijn gewond.
9 Zij struikelen over hun eigen woorden.Wie hen ziet, schudt misprijzend het hoofd.
10 Dan zullen alle mensen ontzag hebbenvoor God en voor alles wat Hij doet.Met ontzag zien zij op naar zijn werk.
11 De oprechte mens verheugt zich in de Hereen vindt bij Hem bescherming.Alle eerlijke mensen beroemen zich op Hem.