1 Een psalm van David, een lied voor de koordirigent.
2 U komt toe dat wij in stille verwonderingnaar U opzien, o God.Wij willen U in Jeruzalem lofliederen zingen.Geloften willen wij U betalen.
3 U hoort al onze gebedenen alles wat leeft, mag dan ook tot U komen.
4 Het kwaad dreigde mij te overmeesteren,maar U vergeeft mij mijn zonden.
5 Gelukkig is de man die U uitkiest.U laat hem bij U komen en bij U wonen.Al het goede van uw huis zal onsin overvloed ten deel vallen,al het heilige in uw tempel.
6 U antwoordt ons in oprechtheid met grote daden,God, U bevrijdt ons.De hele aarde kan op U vertrouwen,U bent er tot in de verste zeeën.