27 Met prachtige liederen prijzen zij God, de Here,die Israël steeds weer kracht en leven geeft.
28 Ik zie daar de jongste stam,Benjamin, die een groot regeerder is.En de leiders van Juda, wat zijn het er veel!En daar de leiders van Zebulon en Naftali.
29 Uw God gaf u de macht.O God, laat ons maar zien hoe groot uw macht is,waardoor U ons de overwinning gaf.
30 De koningen bieden U geschenken aanvoor uw tempel in Jeruzalem.
31 Bedreig het ongedierte in het riet,de talloze stieren en kalveren van de volken.Allen die uit zijn op geldelijk gewin.Laat de volken die op oorlog uit zijn,uitzwermen naar alle kanten.
32 Er komen hooggeplaatsten uit Egypte aanen de mensen uit Ethiopië wenden zich tot Goden roepen Hem aan.
33 Laten alle koninkrijken die er zijn,voor God lofliederen zingen.Zing psalmen voor de Here.