13 U hebt de zee gespleten door uw kracht,U hebt de zeemonsters vernietigd.
14 U hebt de koppen van het zeemonster Leviatan vermorzelden als voedsel aan de dieren in de woestijn gegeven.
15 U laat bronnen en beken ontspringen en stromen,U laat ook de altijd stromende rivieren opdrogen.
16 De dag is van U en ook de nacht is uw bezit.U hebt het licht en de zon geschapen.
17 U hebt de grenzen van land en water vastgesteld.Zomer en winter hebt U gemaakt.
18 Kijk toch eens, Here,hoe de tegenstanders U bespotten,dit dwaze volk wil niet naar U luisteren.
19 Bescherm uw volk tegen de heidenen,lever uw volk niet aan hen uit.Spaar het leven van uw volgelingen,die er jammerlijk aan toe zijn.