15 U laat bronnen en beken ontspringen en stromen,U laat ook de altijd stromende rivieren opdrogen.
16 De dag is van U en ook de nacht is uw bezit.U hebt het licht en de zon geschapen.
17 U hebt de grenzen van land en water vastgesteld.Zomer en winter hebt U gemaakt.
18 Kijk toch eens, Here,hoe de tegenstanders U bespotten,dit dwaze volk wil niet naar U luisteren.
19 Bescherm uw volk tegen de heidenen,lever uw volk niet aan hen uit.Spaar het leven van uw volgelingen,die er jammerlijk aan toe zijn.
20 Denk aan het verbond dat U met hen sloot,want overal steekt het geweld de kop op.
21 Stel hen die onderdrukt worden, niet teleur.Laten de armen en verdrukten reden hebbenuw naam te loven en te prijzen.