2 Ik wil wijze dingen zeggenen u vertellen wat van oudsher nog een geheim was.
3 Wat wij weten, hebben wij van onze ouders gehoord.Zij vertelden het ons.
4 Wij vertellen het weer dooraan ons nageslacht, kinderen en kleinkinderen.Wij vertellen hunover de grote daden van de Here,over zijn krachten over de wonderen die Hij heeft gedaan.
5 Hij richtte in ons land gedenktekens op die aan Hem herinnerdenen gaf ons volk zijn wet, de wet van Israël.Hij gaf onze voorouders bevelhet aan de kinderen door te geven.
6 Zodat steeds het volgende geslacht het zou horen.Ieder kind dat werd geboren, moest het weten.Daarop zouden zij het weer aan hun kinderen doorvertellen.
7 Zodat elke generatie haar vertrouwen op God zou stellen,dat zij Gods werk nooit zouden vergetenen zijn regels zouden naleven.
8 Opdat zij niet als hun voorouders zouden worden,want dat waren opstandige en eigenwijze mensen.Onevenwichtig in hun optreden en ontrouw tegenover God.