21 Toen de Here dit hoorde,werd Hij zeer verontwaardigd.Hij ontbrandde in woede tegen de Israëlieten.
22 Want zij geloofden niet in Hemen vertrouwden niet op zijn hulp.
23 Toen liet Hij een bevel uitgaan naar de wolkenen opende de sluizen van de hemel,
24 Hij liet het manna als voedsel op hen neerdalen:koren uit de hemel.
25 Zo aten zij het brood van de engelen.Hij gaf hun zoveel te eten dat iedereen genoeg had.
26 Toen liet Hij een flinke oostenwind opstekenen ook de zuidenwind wakkerde Hij aan.
27 Het vlees kwam op hun hoofden neer,het was zoveel dat het op regen leek.Talloze vogels kwamen neer.