39 Hij dacht eraan dat zij maar mensen waren,vluchtige ademtochten die niet meer terugkomen.
40 Wat waren zij in de woestijnvaak opstandig tegen Hemen beledigden zij Hem daar.
41 Steeds weer daagden zij God uiten deden zij de Heilige God van Israël verdriet.
42 Zij herinnerden zich zijn macht niet,hoe Hij hen eens bevrijd had.
43 Hoe Hij in Egypte, in de stad Zoan,zijn wonderen en tekenen had gedaan.
44 Hij veranderde het water van de Nijl in bloed,hetzelfde deed Hij met de zijrivieren,zodat niemand kon drinken.
45 Hij stuurde steekvliegendie hun het leven onmogelijk maaktenen kikkers die overal zaten.