68 Hij koos de stam van Juda,de berg Sion, waarvan Hij zoveel houdt.
69 Daar bouwde Hij zijn nieuwe huis,het stond er net zo vast als de aarde na de schepping.
70 Zijn knecht David koos Hij uiten Hij haalde hem weg achter de schapen.
71 Hij hoefde geen schapen meer te weiden, maar nu een volk.Het volk van Jakob, Israël, werd zijn nieuwe kudde.
72 David weidde het volk met een oprecht harten gaf het kundig leiding.