12 Het volk zwermde uit naar alle kanten,tot aan de Eufraat toe.
13 Waarom hebt U onze grenzen opengezet?Nu worden wij steeds aangevallen.
14 Vreemde volken vallen ons aanen plunderen ons.
15 O God van de hemelse legers,kom toch bij ons terug.Kijk vanuit de hemel op ons neer,let erop hoe het met uw volk is.
16 Wij zijn het volkdat U naar dit land hebt gebracht,dankzij Uzijn wij ook een groot volk geworden.
17 Alsof wij vuilnis zijn,worden wij bedreigd door branden,als U ons helpt,kan de tegenstander niets meer doen.
18 Bescherm het volk van uw keuze,de mensen die U tot een groot volk hebt gemaakt.