2 Luister, Herder van Israël,U leidt immers uw geliefde volk als een kudde schapen.U woont boven de engelen.Kom in al uw stralende heerlijkheid naar ons toe.
3 Laat uw krachtde stammen Efraïm, Benjamin en Manassevoorgaan en red ons.
4 O God, maak ons volk weer tot een eenheid.Laat uw licht schijnen,want dan zullen wij worden bevrijd.
5 Here, God van de hemelse legers,blijft uw toorn nog lang gericht tegen uw volk,ondanks onze gebeden?
6 Hun tranen doorweekten het brood dat zij atenen mengden zich met het water dat zij dronken.
7 De omringende landen ruziën spottend over ons,onze tegenstanders steken de gek met ons.
8 O God van de hemelse legers,maak ons volk weer tot een eenheid.Laat uw licht over ons schijnen,dan zullen wij bevrijd worden.