4 O God, maak ons volk weer tot een eenheid.Laat uw licht schijnen,want dan zullen wij worden bevrijd.
5 Here, God van de hemelse legers,blijft uw toorn nog lang gericht tegen uw volk,ondanks onze gebeden?
6 Hun tranen doorweekten het brood dat zij atenen mengden zich met het water dat zij dronken.
7 De omringende landen ruziën spottend over ons,onze tegenstanders steken de gek met ons.
8 O God van de hemelse legers,maak ons volk weer tot een eenheid.Laat uw licht over ons schijnen,dan zullen wij bevrijd worden.
9 U hebt in Egypte ons volk als een wijnstok uitgegraven,daarna hebt U hier de volken verdrevenen ons in dit land geplant.
10 U hebt dit land, deze grond, voor ons klaargemaakt,zodat wij ons er thuis voeldenen ons er als volk konden vestigen.