3 Zing een lied met de tamboerijn.Laat harp en citer meeklinken.
4 Blaas op de trompetwanneer het nieuwe maan isen ook bij volle maan,want God denkt aan u.
5 Dat is een voorschrift in Israël,de God van Jakob heeft deze regel ingesteld.
6 Hij stelde dit in toen het volk Egypte verliet,toen Hij hen uitleidde.Onvermoede woorden hoor ik:
7 ‘Ik heb de last van hun schouders genomen,zij hoefden geen manden meer te sjouwen.
8 In uw moeilijkheden hebt u Mij geroepenen Ik heb u bevrijd.Ik gaf u antwoordvanuit de schuilhoeken van de donder.Bij het water van Meribaheb Ik u op de proef gesteld.
9 Luister, mijn volk!Ik wil u op het hart drukken, Israël,dat u altijd naar Mij moet luisteren.