3 U hebt de zonden van het volk vergeven en bedekt.
4 U hebt uw verontwaardiging laten varenen U afgekeerd van uw grote toorn.
5 Bevrijd ons nu weer, o God,U bent onze verlosser.Laat uw weerzin tegen ons varen.
6 Blijft U altijd tegen ons?Geldt uw toorn ook voor alle komende geslachten?
7 Wilt U ons volk weer tot leven brengen,zodat alle mensen over U kunnen juichen?
8 Och Here, laat uw goedheid en trouw toch zien,verlos ons.
9 Ik wil luisteren naar wat de Here God zegt.Hij spreekt over vrede tot de Israëlietenen tot allen die bij hen horen.Maar zijn oordeel wacht hun,als zij zich weer van Hem afkeren.