13 Kan uw grote macht dan in de duisternisworden bekendgemaakt?Blijkt uw rechtvaardigheid dan daarwaar alles en iedereen wordt vergeten?
14 Toch roep ik naar U, Here.Ik leg alles 's morgens voor U neer.
15 Here, waarom verwerpt U mij?Waarom wilt U mij niet zien?
16 Van jongs af aan heb ik het moeilijken ben ik vaak ernstig ziek.Het is aan mij te zien hoe U mij beproeft,ik weet mij geen raad meer.
17 Uw toorn gaat als vuur over mij heenen ik word vernietigd door wat U mij aandoet.
18 Ik kan er niet aan ontkomen,alles komt op mij af.
19 U hebt ervoor gezorgd dat vrienden en kennissenmij niet meer willen kennen,ik hoor van niemand meer iets.