1 Deze psalm is een gebed van Mozes, de vriend van God.Here,van generatie op generatiehebben wij onze hulp en kracht bij U gezocht.
2 Al voordat U de bergen schiep,was U God.Voordat U de aarde schiep,was U God.Vanuit de eeuwigheid van oudshertot in de eeuwigheid in de verre toekomst,bent U God.
3 U laat de mens stervenen vergaan tot stof.U zegt:‘Word weer stof, mensenkinderen.’
4 Duizend jaarbetekenen niets voor U,zij zijn voor Uals wat een dag is voor ons,voor U zijn zein een oogwenk voorbij.
5 Jaren gaan aan U voorbijals een kort moment van insluimerenbij het ontwaken 's morgens,als gras dat snel groeit.
6 's Morgens groeit en bloeit het nogen 's avonds verdort het alweer.
7 Precies zo vergaat het onsals uw toorn over ons komt.Deze vernietigt ons.