4 Hij beheerst de diepten van deze scheppingen reikt met zijn handtot aan de toppen van de bergen.
5 De zee en het land zijn van Hem,want Hij heeft beide gemaakt.
6 Kom, laten wij ons buigen,knielen en ons neerwerpen voor de Here,die ons heeft gemaakt.
7 Hij is onze Goden wij horen bij het volk dat Hij leidt.Als schapen volgen wij Hem.Luister toch elke dag naar wat Hij u zegt.
8 ‘Wees niet koppig,zoals de mensen bij Massa en Meriba,indertijd in de woestijn.
9 Uw voorouders hebben Mij toen uitgedaagd.Zij stelden Mij op de proef,hoewel zij mijn macht hadden gezien in wat Ik deed.
10 Veertig jaar lang heeft uw volkMij moeite gegeven.Ik ergerde Mij aan hen.Ten slotte zei Ik:“Dit volk loopt voortdurend van Mij weg,het wil Mij niet volgen.”