25 De grote wijde zee,vol met ontelbare dieren, kleine en grote.
26 Daar varen de schepen,daar spelen de zeemonsters die U heeft gemaakt.
27 Alle dieren vertrouwen er opdat U hun op tijd te eten geeft.
28 Wat U hun geeft, eten ze op.U geeft hun altijd meer dan genoeg.
29 Maar als U hen in de steek laat, sterven ze.Als U hun de adem afneemt, worden ze weer stof.
30 Als U met uw Geest over de aarde waait,ontstaat er nieuw leven.Alles op aarde wordt vernieuwd.
31 De Heer is voor eeuwig Koning.Hij geniet van alles wat Hij heeft gemaakt.