1 Een lied van David. Voor de leider van het koor. Ik vertrouw op de Heer, want bij Hem ben ik veilig.Hoe kunnen jullie dan tegen mij zeggen:"Vlucht als een vogel naar de bergen!
2 Schurken hebben hun boog al gespannen.Ze hebben hun pijl er al op gelegd.Ze wachten tot het donker wordtom onschuldige mensen neer te schieten.
3 Als het kwaad zóveel macht heeft, wankelt de aarde.Wat kan een eerlijk mens dan nog doen?"
4 De Heer woont in zijn heilige paleis.Zijn troon staat in de hemel.Hij beoordeelt alles wat er gebeurt.Hij ziet alles wat de mensen doen en denken.
5 De Heer stelt goede mensen op de proef.Maar Hij haat mensen die van geweld houden.
6 Hen straft Hij met een regen van gloeiende houtskool en zwavel.Een zware storm is hun straf.