1 Een lied voor de Korachieten , op de wijs van 'De Gittit.' Voor de leider van het koor.
2 Heer van de hemelse legers,wat is het heerlijk in uw heiligdom!
3 Ik verlang er hevig naar om in uw heiligdom te zijn.Met alles wat in mij is, juich ik voor de levende God.
4 Zelfs mussen en zwaluwen vinden dicht bij U een plekje om te wonen.Vlak bij uw altaar bouwen ze een nest voor hun jongen,dicht bij U, Heer van de hemelse legers, mijn Koning en mijn God.
5 Het is heerlijk voor mensen om heel dicht bij U te leven.Ze prijzen U aldoor.
6 Het is heerlijk voor mensen om op U te vertrouwenen U te dienen.
7 Als ze door dorre, droge dalen [ van moeilijkheden ] trekken,maken zij God tot hun bron.Zachte regenbuien vallen op hen neer.
8 Steeds meer vol van uw kracht gaan zij verdertot ze bij U komen in Jeruzalem.
9 Heer, God van de hemelse legers,luister alstublieft naar mijn gebed!Hoor hoe ik U roep, God van Jakob!
10 God, U die ons beschermt als een schild,wilt U goed zijn voor de man die U tot koning heeft gezalfd.
11 Ik ben liever één dag op het plein voor uw tempeldan duizend dagen ergens anders.Ik sta liever bij de drempel van uw heiligdom,dan dat ik woon bij mensen die zich niets van U aantrekken.
12 Heer, U bent de zon van ons leven,U bent een schild dat ons beschermt.U vergeeft en herstelt.U zal altijd goed zijn voor de mensen die leven zoals U het wil.