1 Een pelgrimslied. Heer, toen ik bang was, riep ik U om hulpen U heeft mij gered.
2 Heer, red mij van de mensendie leugens over me rondvertellen.
3 Leugenaars, weten jullie welwat het gevolg zal zijn van jullie leugens?
4 De Heer zal jullie treffen met scherpe pijlen,met gloeiende kolen!
5 Ik vind het vreselijk dat ik in een ver land moet wonen,in het land van Mesech, bij het volk van Kedar.
6 Ik woon al veel te langbij mensen die de vrede haten.