36 Ze gingen de goden van die volken aanbidden.Daardoor ging het helemaal verkeerd met hen.
37 Bovendien offerden ze hun zonen en hun dochtersaan de boze geesten.
38 Aan de goden van Kanaänofferden ze het bloed van onschuldige mensen:het bloed van hun eigen zonen en dochters.Daardoor bedierven ze het land.
39 Ook waren ze zelf bedorven door de dingen die ze deden.Ze waren ontrouw aan U.
40 Daarom werd U woedend op uw volk.U walgde van hen.
41 U gaf hen in de macht van andere volken.Hun vijanden heersten over hen.
42 Hun vijanden waren wreed voor hen.Ze moesten veel lijden.