2 hoe we ook altijd zijn tegengewerkt,toch zijn we niet overwonnen.
3 Ons land werd mishandeld,we werden geslagen,
4 we werden geboeid.Maar de Heer, die rechtvaardig is,heeft de touwen doorgehaktwaarmee onze vijanden ons hadden vastgebonden.
5 Alle vijanden van Jeruzalemzullen voor schut staan en op de vlucht slaan.
6 [ Er zal niets van hen overblijven: ]Ze zullen lijken op het gras op de dakendat al verdroogd is voordat het hoog staat.
7 Je kan het niet meer maaien,het is zelfs niet geschikt als hooi.