3 Heer, wat is een mens nu eigenlijk, dat U om hem geeft?Waarom zorgt U voor hem?
4 De mens is maar één zucht.Zijn leven is als een schaduw die voorbij glijdt.
5 Heer, kom uit uw hemel en daal neer.Raak de bergen aan, zodat ze gaan roken.
6 Slinger uw bliksem en jaag [ mijn vijanden ] uit elkaar.Schiet uw pijlen op hen af en dood hen.
7 Steek uw hand uit, uit de hemelen trek me uit het kolkende water:red me uit de macht van buitenlandse koningen,
8 die nooit de waarheid spreken.Zelfs als ze een eed zweren, liegen ze.
9 God, ik wil een nieuw lied voor U zingen.Met de harp wil ik liederen voor U zingen.