1 Een lied van David. Heer, U bent de rots onder mijn voeten.Ik roep tot U om hulp.Doe niet alsof U me niet hoort!Als U blijft zwijgen, wordt dat mijn dood.
2 Hoor toch hoe ik U om hulp smeek.Luister naar mij als ik in het heiligdom mijn handen naar U uitstrek.
3 Dood mij niet zoals de mensendie zich niets van U aantrekken en slechte dingen doen.Zij zeggen wel vriendelijke woorden,maar van binnen zijn ze kwaad van plan.
4 Laat hen hun verdiende loon krijgenvoor de vreselijke dingen die ze doen.Straf hen voor hun misdaden.Zet ze hun betaald!
5 Het maakt hun niet uit wat U doet.Het kan hun niets schelen.Daarom zult U hen vernietigenzodat er niets van hen overblijft.
6 Ik prijs de Heer,want toen ik Hem om hulp riep,heeft Hij naar mij geluisterd.