3 Dood mij niet zoals de mensendie zich niets van U aantrekken en slechte dingen doen.Zij zeggen wel vriendelijke woorden,maar van binnen zijn ze kwaad van plan.
4 Laat hen hun verdiende loon krijgenvoor de vreselijke dingen die ze doen.Straf hen voor hun misdaden.Zet ze hun betaald!
5 Het maakt hun niet uit wat U doet.Het kan hun niets schelen.Daarom zult U hen vernietigenzodat er niets van hen overblijft.
6 Ik prijs de Heer,want toen ik Hem om hulp riep,heeft Hij naar mij geluisterd.
7 De Heer geeft mij kracht.Hij beschermt mij als een schild.Ik vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen.Daarom juich ik van blijdschap en prijs ik Hem met mijn lied.
8 De Heer beschermt zijn volk.Hij beschermt de man die Hij tot koning heeft gezalfd.