1 Een lied van David.Jullie die machtig zijn,geef aan de Heer de eer waar Hij recht op heeft.Erken zijn macht.
2 Geef aan de Heer de eer waar Hij recht op heeft.Aanbid de Heer in zijn heiligdom.
3 De stem van de Heer dreunt over het water.De machtige God laat de donder grommen.Hij doet zijn stem klinken over de zee.
4 De stem van de Heer is vol kracht.De stem van de Heer is indrukwekkend.
5 De stem van de Heer breekt grote cederbomen.De Heer splijt de cederbomen van de Libanon.
6 Door zijn stem springt de Libanon op als een kalf,de Sirjon als een jonge buffel.
7 De stem van de Heer doet de bliksem flitsen.