1 Een lied van David. Voor de leider van het koor.
2 Hij maakte dit lied toen de profeet Natan bij hem was gekomen, nadat hij met Batseba naar bed was geweest.
3 God, heb alstublieft medelijden met mij,omdat U liefdevol bent.Doe weg wat ik verkeerd heb gedaan,omdat U goed bent.
4 Was mijn ongehoorzaamheid van mij af.Vergeef me mijn slechte daden.