1 Voor de leider van het koor. Een prachtig lied van David, op de wijs van: 'De duif in de verre eikenbomen.' Hij maakte dit lied toen de Filistijnen hem bij Gat gevangen hadden genomen.
2 God, heb medelijden met mij,want de mensen willen me doden.De hele dag word ik achtervolgd.
3 De hele dag ben ik in gevaar,want ik heb heel veel vijanden, Allerhoogste God!
4 Maar als ik bang ben, vertrouw ik op U.
5 Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord.Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn.Wat zou een mens mij kunnen doen?