16 Hij liet een beek ontstaan uit de rots:water stroomde als een rivier.
17 Toch werden ze Hem weer ongehoorzaam.Daar in de woestijn waren ze koppig tegen de Allerhoogste God.Ze maakten Hem boos.
18 Ze daagden Hem uitdoor om eten te vragen.
19 Ze zeiden:"Kan God soms eten geven in de woestijn?
20 Toen Hij op de rots sloeg, stroomde er water uit.Maar kan Hij ook zorgen voor brood en vlees voor zijn volk?"
21 Toen de Heer dat hoorde, werd Hij vreselijk boos.Hij werd woedend op [ het volk van ] Jakob.
22 Want ze geloofden Hem niet.Ze vertrouwden er niet op dat Hij hen wilde redden.