8 Toen jullie in nood waren,hebben jullie Mij om hulp geroepen en Ik heb jullie gered.Ik sprak met jullie in de donder, Ik stelde jullie op de proef bij de bron van Meriba.
9 [ Ik zei toen tegen jullie: ]Luister, mijn volk, Ik wil jullie ernstig waarschuwen.Israël, luister alsjeblieft naar Mij!
10 Jullie mogen geen andere goden hebben.Aanbid geen buitenlandse god.
11 Want Ik, de Heer, ben jullie God.Ik bevrijdde jullie uit Egypte.Doe nu jullie mond wijd open,dan geef Ik jullie te eten.
12 Maar mijn volk wilde niet naar Mij luisteren.Israël wilde Mij niet gehoorzaam zijn.
13 Ze waren koppig en ongehoorzaam.Toen liet Ik hen hun gang gaan:Ik liet hen doen wat ze wilden.
14 Had mijn volk maar naar Mij geluisterd!Had Israël maar gedaan wat Ik zei!