1 Voor de leider van het koor. Een lied voor de Korachieten .
2 U bent goed geweest voor uw land, Heer.U heeft de gevangenen uit [ Babel ] terug laten gaan.
3 U heeft uw volk vergeven dat het U ongehoorzaam was.U denkt er niet meer aan.
4 U bent niet langer boos.Uw woede is voorbij.
5 Red ons alstublieft, God.Wees niet langer boos op ons.
6 Wilt U dan voor altijd boos op ons blijven?Houdt uw woede dan nooit meer op?